Gesloten kringloop én financieel gezonde keten


Groenten&Fruit interviewt Jaco Burgers over hoe ERF werkt aan een kringloopsysteem dat minister Schouten voor ogen heeft.

Als je leest wat minister Schouten wil en wat ERF doet, dan lijkt ERF bijna het schoolvoorbeeld voor kringlooplandbouw. Directeur van het teeltbedrijf Jaco Burgers vindt zeker dat ERF op de goede weg zit, maar ziet nog hiaten. Samenwerken is de sleutel tot een gesloten kringloop én een financieel gezonde keten.

Om maar met de deur in huis te vallen: op bedrijfsniveau is bij ERF zeker geen sprake van een gesloten kringloop. “Nee, wij zijn puur een teeltbedrijf, we houden nog geen vee. De mest betrekken wij van biologische bedrijven in de omgeving van Flevoland”, aldus directeur Jaco Burgers.

Mest als productiemiddel

Burgers benoemt ook meteen een knelpunt rond mest. “Gelukkig verandert het, maar het besef dat dierlijke mest niet als afvalproduct maar als productiemiddel voor de volgende schakel gezien moet worden, zit bij veehouders nog niet echt tussen de oren. We slepen nog te veel met water, de gehalten aan voedingsstoffen moeten omhoog en liefst in de juiste NPK-verhouding. Alleen zolang veehouders voor mest goed geld vangen, zal dat besef nog wel even op zich laten wachten. Het zou beter zijn als ze op basis van bijvoorbeeld stikstofgehalten afgerekend zouden worden. Er moet ook meer samenwerking komen en dat moet leiden tot ‘het nieuwe gemengde bedrijf’. Daarin passen ook gespecialiseerde teeltbedrijven, maar dan als onderdeel van een compleet teeltplan of een gecombineerde bedrijfsvoering.”

Voedselverspilling

Ook aan het einde van de keten ziet Burgers nog wel verbeterpunten voor een gesloten kringloop. “Als ik zie wat door consumenten, maar ook op groenteafdelingen aan voedsel wordt verspild ... Consumenten kopen nog altijd te veel in, bewaren het product te lang of verkeerd en koken vaak te veel. Dat komt in het beste geval dan bij het gft-afval terecht of het dient als veevoer. Daarnaast moeten producten er perfect uitzien, terwijl er eigenlijk veel meer aandacht moet gaan naar inhoudsstoffen en smaak.” In het logistieke traject wordt nog steeds nonchalant met de productkwaliteit omgesprongen. “Ook in het winkelschap is het nogal eens bedroevend wat je daar aan kwaliteit ziet liggen. Dat heeft te maken met onwetendheid of onzorgvuldigheid, maar ook met verkeerd inschatten van omloopsnelheden en het feit dat jaarrond alle producten altijd beschikbaar moeten zijn.”

Het belang van een gezonde bodem

“In onze rotatie van 6 jaar werken we 2 jaar achter elkaar met luzerne of grasklaver. Dat is goed voor de organischestofvoorziening en de structuur van de bodem. Het maaisel van grasklaver en luzerne dient als veevoer. Het systeem van niet-kerende grondbewerking, in combinatie met het inpassen van (mixen van) groenbemesters en het in acht houden van een ruime vruchtwisseling draagt ook bij aan een stabielere bodem met meer bodemleven. Dit jaar zie je ook dat zo’n grond minder droogtegevoelig is.”

“Meer groenbemesters en extensiever telen betekent wel dat de producten duurder zijn. Daar moet dan ook een eerlijke prijs tegenover staan, maar dat geldt natuurlijk altijd. Ook daarom is een goede samenwerking tussen telers, handel, verwerkers en retail van belang. We moeten niet alleen naar een gesloten kringloop, maar ook naar een financieel gezonde keten.”

Lees verder over o.a. de biologische keten, agroforestry en precisielandbouw in het hele artikel op de website van Groenten&Fruit
Interview: Stan Verstegen
Foto: Ruud Ploeg 

Onze certificeringen